Belangrijke planten en oliën
|
Balsem:
Dit is een harsachtige afscheiding van bepaalde bomen en struiken. In de moderne parfumindustrie wordt vooral balsem van Peru, Copaiba, tolu en storax gebruikt. Ze hebben allemaal een vanilleachtige noot.
|
Bergamot:
Deze olie wordt geperst uit de schil van de vrucht van de bergamotboom. Circa 33% van de damesparfums bevat bergamot.
|
Bittere sinasappel:
De olie wordt uit de schil van de vrucht gewonnen. De vrucht wordt ook wel pomerans genoemd. De boom produceert neroli, sinaasappelbloesemolie en petitgrain-olie.
|
Boommos:
Dit is een korstmos die op sommige dennen leeft. De geëxtraheerde afscheiding heeft een teerachtige noot. Boommos wordt met name gebruikt in chypre- en varenparfums en is een goed fixeermiddel.
|
Citroen:
Citroenolie is zowel belangrijk in smaakmakers als in parfums. Duizend citroenen leveren circa 450 gr. olie op. Uit de schil perst men olie, die men in veel topparfums gebruikt. Hij voegt een frisse sprankeling toe aan de bovennoten.
|
Eikenmos:
Deze korstmos van de eik, spar en andere bomen leeft vooral in bergachtige gebieden in Europa en Noord-Afrika. De geur rijpt met de tijd en ruikt aard-, hout- en muskusachtig. De geur mengt zich goed en is een uitstekend fixeermiddel, vandaar dat hij in eenderde van de moderne parfums wordt gebruikt.
|
Galbanum:
Dit is een gomextractie van een enorme venkelknol uit Iran. Galbanum heeft een loofachtig, kruidig en muskusachtig aroma.
|
Gomhars van de cistus:
Deze zoete olieafscheiding wordt druppelsgewijs gewonnen uit de bladeren van de cistusroos uit het Midden-Oosten. De geur lijkt op die van ambergrijs en wordt daar vaak mee verward. Gomhars is een belangrijk fixeermiddel en komt in circa 33% van de moderne parfums voor.
|
Iriswortel:
Deze roomkleurige olie heeft een viooltjesgeur. De olie wordt gewonnen uit de wortels van irissoorten, nadat men ze twee jaar heeft gedroogd. Deze geur versterkt andere geuren en komt in veel topparfums voor.
|
Jasmijn:
Na de roos is dit de belangrijkste plant in de parfumindustrie. Jasmijn is een hoofdbestanddeel in zeker 80% van de moderne parfums. De Spaanse jasmijn is sinds de 16e eeuw de meest gebruikte soort in Europa. 1km² jasmijn brengt circa 100 gr jasmijnbloesem op, maar de opbrengst aan absolu (circa 0,1%) is miniem. Jasmijn is een van de kostbaarste parfumingrediënten.
|
Lavendel:
Al sinds de oude Grieken en Romeinen is dit een hoofdbestanddeel voor parfums. Er was een tijd dat Frankrijk meer dan 5000 kg bloemen per jaar verbouwde. In Engeland teelt men alleen in Norfolk lavendel. 1km² brengt ruim 1,5 kg olie op.
|
Lelietje-van-dalen:
Vroeger kon men de geur alleen maar verkrijgen door de bloemen te laten trekken in zoete oliën. Tegenwoordig wordt de etherische olie gewonnen als concrète of absolu en destilleert men geen etherische olie. Na toevoeging van een synthetische stof ontstaat concrète dat "muguet" wordt genoemd Circa 14% van de moderne parfums bevat deze stof.
|
Mirre:
Gomextract van de mirreboom komt uit Arabië, Somalia en Ethiopië. Al sinds mensenheugenis wordt mirre op verschillende manieren gebruikt: in de geneeskunde, voor het balsemen en in parfums. In parfum zorgt het voor de balsemachtige noot. Mirre is een uitstekend fixeermiddel. Circa 7% van de moderne geuren heeft mirre als hoofdbestanddeel.
|
Neroli:
Door stoomdestillatie van de bloem van de bittersinaasappelboom (die in de 12e eeuw door de Arabieren naar Europa werd gebracht) verkrijgt men neroli. Neroli is genoemd naar een 16e-eeuwse Italiaanse vorst, wiens vrouw de olie in haar bad gebruikte en op haar handschoenen sprenkelde. De geur heeft kruidige en zoete, bloemige noten. Circa 12% van de moderne parfums heeft neroli als hoofdbestanddeel.
|
Patchoeli:
Dit kruid behoort tot het krachtigste plantenmateriaal. De bladeren van dit muntachtige kruid worden gedroogd en gegist, en daarna gedestilleerd. De unieke combinatie van kruiden en ceder in deze olie rijpt met de jaren. Patchoeli heeft een zeer sterke geur en is een van de beste fixeermiddelen. Patchoeli werd bekend in Europa in de 19e eeuw toen Indiase handelaren chique, geparfumeerde hoofddoeken exporteerden. Patchoeli komt voor in eenderde van alle topparfums.
|
Roos:
Dit is de belangrijkste plant in de parfumindustrie. De Griekse dichteres Sapfo noemde hem de "koningin van de bloemen". De koolroos of meiroos komt oorspronkelijk uit Frankrijk, maar tegenwoordig verbouwt men veel verschillende soorten. Het Kazanlakgebied in Bulgarije produceert enorme hoeveelheden Damascusrozen (Perzische rozen) en in Egypte, Marokko en elders zijn veel kwekerijen. Er zijn ten minste zeventien verschillende rozengeuren vastgesteld. Voor 1 gr rozenolie moet men circa 1 kg rozen destilleren en de opbrengst aan absolu hiervan is circa 0,03%. Ten minste 75% van alle parfums bevat rozenolie.
|
Sandelhout:
Deze olie wordt gedestilleerd uit zaagsel en schilfers van de sandelhoutboom uit India en Indonesië. de beste olie komt uit Mysore in India. De boom is een parasiet; hij zuigt zich vast aan andere bomen. Sandelhout is een van de kostbaarste en duurste ruwe materialen die worden gebruikt in de parfumindustrie. Sandelhout is er duurzaam en wordt in circa de helft van alle parfums gebruikt in de basisnoten.
|
Tonkaboon:
Angostura- en parabonen groeien een twee soorten bomen in Zuid-Amerika. Zodra ze overdekt zijn met cumarinekristallen, die naar vers gemaaid hooi ruiken, worden ze in rum geconserveerd. Na abstractie ontstaat een absolu dat in circa 10% van alle parfums wordt gebruikt.
|
Tuberoos:
De geur van de tuberoos wordt wel omschreven als die van een geurige bloementuin in de avondlucht. De olie wordt gewonnen uit de bloem en komt voor in circa 20% van alle parfums. De opbrengst aan absolu is zo gering (circa 1 gr per 6 kg bloemen) dat de roos zijn gewicht in goud waard is.
|
Vanille:
De vanilleklimplant behoort tot de familie van de orchidee en is inheems in Mexico en Zuid-Amerika. Op de peulen ontstaan kristallen en de doppen worden na de oogst gegist. Nadat Coty vanille had geïntroduceerd in L'Aimant, werd het zacht kruidige aroma zeer populair. Vanille komt nu voor in een kwart van alle parfums.
|
Vetiveria:
Deze olie wordt gedestilleerd uit de wortels van heilgras, een grassoort uit Azië. Vetiveria heeft een aardachtige noot met de onderliggende geuren van viooltjes en iriswortel. De olie is duurzaam en een uitstekend fixeermiddel. Vetiveria komt bij 36% van de parfums voor in de basisnoten.
|
Viooltje:
In de parfumindustrie worden twee variëteiten gebruikt: de Victoria, die het beste extract geeft, en de Parma, die het gemakkelijkst te kweken is. De olie wordt geëxtraheerd van de bloem en het blad, maar omdat deze procedure erg kostbaar is, worden de meeste viooltjesparfums uit synthetische stoffen samengesteld.
|
Wierookhars:
(of Olibanum) Deze gomafscheiding is afkomstig van kleine bomen, die in Zuid-Arabië en Somalia groeien. Al sinds de oudheid werd de hars als wierook gebrand, waar hij nog steeds voor wordt gebruikt. De Romeinen importeerden enorme hoeveelheden. Circa 13% van de moderne parfums bevat wierookhars.
|
Ylang-ylang:
Deze olie komt voor in circa 40% van alle parfums en wordt gedestilleerd uit de bladeren van de ylang-ylangboom uit Zuidoost-Azië. De jasmijngeur ontwikkelt zich pas twee weken nadat de bloem is opengegaan. De bloemen worden direct geplukt en ter plekke gedestilleerd. Een boom produceert circa 10 kg bloemen per jaar en er is 0,5 kg nodig voor 1 gr olie.
|
|
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 16 Juli 2006 |