Flacons en Designers
|
Egyptenaren
In de 4e eeuw v.Chr. ontdekten de Egyptenaren hoe ze glas konden maken. Door de eeuwen heen ontwikkelden ze een techniek om potjes te maken door een mal van klei aan het eind van een metalen stang te bedekken met gesmolten glas. Als het glas was afgekoeld en hard geworden, schraapten ze de mal van klei eruit.
|
|
Rond 1500 v.Chr. waren er al heel
kunstige glazen parfumflesjes in gebruik. De meest waren donkerblauw.
opaak of doorschijnend en versierd met blauwe, witte of gele zigzagstrepen
- de Lalique-flacons van toen.
|
We kunnen er zeker van zijn dat
een glazen parfumfles rond die tijd een luxe was, net als de inhoud. In de
eeuwen daarvoor maakten de mensen potjes van terracotta; een erg poreus
materiaal voor zo'n kostbaar vocht. Later hadden de rijken potjes van
albast, onyxmarmer en porfier, die het voordeel hadden dat zalfjes koel
bleven en minder snel ranzig werden.
|
Grieken en Romeinen
|
De oude Grieken en Romeinen gebruikten de zelfde materialen als de Egyptenaren, maar het ontwerp van de flesjes werd steeds verfijnder. Er zijn veel Griekse parfumflesjes gevonden in vorm van vogels, dieren- en mensenhoofden.
|
Rond 50 v.Chr. werd de techniek
van het glasblazen ontdekt in Syrië, door het het glas in vorm te blazen.
Dit was een enorme technologische stap vooruit, vooral toen men een
mal ging gebruiken. Nu kon men een ontwerp vaker uitvoeren. De Romeinse
parfumflesjes van transparant glas met gekleurde versiering in allerlei
soorten en maten getuigen van groot vakmanschap. Deze flacons waren echter
een kostbaar bezit; de meeste mensen bewaarden hun zalfjes in
schelpvormige potjes van aardewerk.
|
In de Middeleeuwen ontdekte men
metaal en emaille. Totdat het Chinese porselein werd ontdekt in de 18e
eeuw, gebruikte men geen andere materialen voor de parfumflesjes.
Porseleinen flacons werden later in fabrieken gemaakt in Meissen
(Duistland), Sèvres (Frankrijk), Chelsea (Engeland) en uiteindelijk in
veel andere plaatsen.
|
Glas bleef toch het voornaamste
materiaal voor parfumflesjes. Olie en porselein reageerden soms op elkaar.
Bovendien was het moeilijk om een goed afsluitbare dop te maken voor
porselein.
|
De eeuw van de flacon
|
Tot laat in de 19e eeuw was het gebruikelijk dat de parfumeur zijn parfum verkocht in een eenvoudig houdertje en dat de klant de inhoud thuis overgoot in een flesje. Soms kocht een klant een parfum en een flacon tegelijk. Winkels kregen een steeds breder assortiment in prachtige parfumflesjes - voor elk wat wils.
|
Toen de moderne parfumindustrie
overging op productie in de geperfectioneerde piramidestijl, moest het
parfum in de fabriek worden gebotteld. Een vereiste was wel dat een flacon
een mogelijke koper moest aantrekken.
|
We hebben het te danken aan
invloedrijke mensen. zoals François Coty, dat de flacons aan het begin
van de productie van fabrieksparfum van zulke uitstekende kwaliteit waren
en door echte meesters ontworpen werden, zoals Lalique en Baccarat. Later
maakten Maurice Martinot, Lucien Gaillard, Süe en Mare, Maurice Dépinoiz
en Viard en Viollet le Duc de prachtigste ontwerpen. Tot hun werk behoren
gewilde verzamelobjecten, die veel geld opbrengen op veilingen.
|
Het design van de flacon is een beslissende factor in de verkoop van een parfum. Tegenwoordig hebben alle grote parfumhuizen flacondesigners van wereldformaat in dienst; soms zijn dit hun eigen designers, maar vaak zijn freelancers. Pierre Dinand is de nestor. Grote specialistische glasmaker, zoals Brosse, Saint Gobain Desjonquères, BSN Verreries de Manières, Pochet en du Courval, en Luigi Bormioli in Europa en Wheaton Glassworks en Carr-Lowry in de VS, hebben hun eigen designers in huis en voeren hun ontwerpen grootschalig uit. |
Hedendaagse Flacon designers
|
Designer |
Voorbeeld |
Fabien Baron |
|
Thierry de Baschmakoff |
|
Annagret Beier |
|
Pierre Davene |
|
Joël Desgrippe |
|
Pierre Dinand |
|
Robert Granai |
|
Jacques Helleu |
|
Bernard Kotyuk |
|
Thierry Lecoule |
|
Ira Levy |
|
Serge Mansau |
|
Alain de Morgues |
|
Frederico Restrepo |
|
Peter Schmidt |
|
Susan Wacker |
|
|
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 16 Juli 2006 |